Flop Gun: het spannende verhaal van een luchtfietser

Melville ten Cate bouwde jaren aan een internationaal spektakelstuk: een felrealistische Top Gun-school van Nederlandse bodem, met een budget van honderden miljoenen euro’s. Tot op hoog niveau geloofde men de zakenman met de vlotte babbel, maar de werkelijkheid bleek anders.

(Eerder gepubliceerd in Quote, september 2012)

Trots pakt Melville ten Cate een anderhalve week oude Financial Times uit de grijze schoudertas die op de stoel naast hem ligt. Hij slaat de krant open. ‘Kijk, dit is zoiets waar wij nu mee bezig zijn.’ Over de helft van de linkerpagina prijkt een advertentie, waarin als je goed kijkt een getekende straaljager te onderscheiden is. Daaronder de tekst ‘ECA Program’ in grote letters. ‘Ja, ziet er goed uit, hè? Dit soort dingen doen we om onze naamsbekendheid een beetje te vergroten.’

Even daarvoor heeft Ten Cate zich, precies op het afgesproken tijdstip, gemeld in de lobby van Hotel Schiller aan het Rembrandtplein in Amsterdam. Hij heeft toegezegd bij een kop koffie uitleg te zullen geven bij zijn plannen met ECA, of European Combined Aircraft Program, zoals het door hem opgerichte bedrijf voluit heet. Die plannen zijn namelijk nogal spectaculair. Na de aanschaf van een reeks gevechtstoestellen uit de voormalige Sovjet-Unie wil Ten Cate militaire trainingen gaan geven aan piloten van westerse luchtmachten. Met hun F-16′ s, F-22′ s of Eurofighters kunnen zij hoog in de lucht leren hoe ze het beste kunnen anticiperen op vijandelijke vliegers. De piloten in de toestellen van ECA Program zijn dan de bad guys. Het wordt de beste, grootste en modernste militaire trainingsschool ter wereld, en dat zonder enige overheidssubsidie, zo was te lezen op de site van ECA.

Ten Cate gaat deze ochtend nonchalant gekleed in een beige slobbershirt en een spijkerbroek, met daaronder een paar afgetrapte witte All Stars. Met zijn donkerblonde piekhaar lijkt hij jonger dan de 42 jaar die hij volgens zijn paspoort telt. Het hoofdkantoor van zijn bedrijf is sinds kort gevestigd op Schiphol, vertelt hij, terwijl een ober koffie op tafel zet. De eerste trainingen beginnen dit najaar. Uiteindelijk gaat hij met ECA gebruikmaken van drie militaire bases: Goose Bay in Canada, de voormalige Navo-basis Keflavík op IJsland en een vliegbasis in het Midden-Oosten. ‘Het leggen van contacten in die landen ging eigenlijk heel soepel’ , zegt Ten Cate. ‘Mensen zijn enthousiast over het idee.’ Canada en IJsland waren een paar jaar geleden al overtuigd, recentelijk volgden de Arabieren. ‘We hebben onlangs een filiaal van ECA Program opgezet in de Emiraten. We kennen elke regering daar. De allereerste trainingen, vanaf oktober, zullen ook in het Midden-Oosten plaatshebben. Daar heb je op dat moment de beste weersomstandigheden om te trainen.’

Volgens de tot nu toe vrijwel onbekende Ten Cate is al sinds de Eerste Wereldoorlog onder militairen bekend dat de overlevingskansen van piloten tijdens een oorlog exponentieel toenemen als ze hun eerste tien missies hebben overleefd. ‘Tijdens de Vietnamoorlog zeiden de Amerikanen daarom: Oké, we geven piloten die tien missies, maar dan in een controlled environment. Dus we gaan niet wachten tot ze boven Saigon zitten, maar we doen het thuis, vanaf de basis Nellis in Nevada. Die operatie, Red Flag, kostte tweehonderd miljoen dollar en heeft gigantisch goed gewerkt.’ Filmproducent Jerry Bruckheimer baseerde in 1986 de film Top Gun op die gevechtstrainingen en maakte de jonge Tom Cruise daarmee tot een beroemde filmster. Maar nu is er één probleem met die trainingen, zegt Ten Cate. ‘Ze zijn nog altijd gebaseerd op de kennis en technologie van de jaren zeventig, en in de huidige tijd niet meer honderd procent waardevol.’ Daarom is het hoog tijd voor nieuwere, betere, meer geavanceerde gevechtstrainingen. Hoog tijd voor zijn ECA Program dus: een levensechte Top Gun-school, maar dan van Nederlandse bodem. ‘Dit is het perfecte idee op het juiste moment.’

Ten Cate werkt al jaren aan het project, vertelt hij. Tijdens een luchtvaartshow in Parijs in 2005 legde hij de eerste contacten met een delegatie zakenmensen uit Rusland, die hem na lang onderhandelen toezegden een reeks Mig-toestellen te zullen leveren via het in Wit-Rusland gevestigde bedrijf BelTechExport. Volgens Ten Cate zijn die Migs het meest geschikt voor zijn trainingen, want veel van de huidige ‘schurkenstaten’ maken gebruik van de voormalige Sovjet-technologie. ‘Noord-Korea, Syrië, Iran: dat soort landen. Landen waarvan een westerse regering zegt dat de kans bestaat dat we er binnen afzienbare tijd mee in conflict komen. Dan wil je niet dat je luchtmacht al twintig jaar niet meer met die technologie te maken heeft gehad.’

INGENIEUS RADERWERK

Zijn verhaal klinkt overtuigend. Ten Cate geeft rustig en weloverwogen antwoord op elke mogelijke vraag, toont zijn uitgebreide kennis van de militaire wereld en de technologie. Zijn zinnen zijn doorspekt met Engelse termen als red flag, offshore patrol vehicles en grey threat. In de verte klinkt een zuidelijk, bijna Vlaams accent door. En hij mag dan niet direct het uiterlijk hebben dat je van een ondernemer in zwaar wapenmaterieel zou verwachten, Ten Cate praat zonder met zijn ogen te knipperen over wapendeals van honderd miljoen euro. De afgelopen jaren meldde hij zich bij luchtmachten over de hele wereld. Hij benaderde zijn potentiële klanten van West-Europa tot de Verenigde Staten en van India tot Australië. Ook met het Nederlandse ministerie van Defensie zocht hij contact. ‘Een paar jaar geleden is hier een folder rondgegaan van ECA Program’ , zegt overste Olav Spanjer namens Defensie. ‘Maar vanuit de luchtmacht bestaat geen interesse. Wij trainen op een andere manier.’ Niet erg, bezweert Ten Cate, want hij heeft vier andere landen wel zover gekregen dat ze contracten hebben getekend om straks de trainingen te gaan volgen. Welke landen dat zijn? ‘De Amerikanen zitten daarbij, Australië, en dan heb je natuurlijk ook landen in het Midden-Oosten.’ Hij legt uit dat zijn project straks als een soort ingenieus raderwerk in elkaar moet grijpen. Zodra hij de financiering rond heeft, worden vanuit Wit-Rusland de toestellen geleverd en kunnen hij en zijn piloten echt aan de slag.

De financiering van het hele project was tot voor kort nog wel een lastig verhaal, geeft Ten Cate toe. Maar met een succesvolle uitgifte van aandelen, tussen begin april en eind mei 2012, haalde ECA Program in totaal liefst 398 miljoen euro op. Daarmee kon het bedrijf de benodigde 24 Migs definitief bestellen in Wit-Rusland. Via een persbericht op de website maakte ECA op 28 mei bekend dat het Luxemburgse Cino Lux een van de grootste investeerders was geworden: voor 113 miljoen euro kocht het fonds zo’ n acht procent van de aandelen in het bedrijf. ECA Program werd daarmee in zijn geheel dus op ruim 1,4 miljard euro gewaardeerd. Ten Cate: ‘Cino Lux is een hedgefonds. Dat denkt dat wij binnen korte tijd interessant worden voor een overname of naar de beurs zullen gaan. Investeerders proberen er altijd vroeg in te stappen. En voor die mensen beginnen wij nu interessant te worden.’

TRUC

Er is alleen één probleem met Cino Lux: het fonds bestaat niet. Bij de Luxemburgse Kamer van Koophandel is onder die naam geen bedrijf bekend; ook geen fonds dat er maar een beetje op lijkt. En er zitten meer vreemde aspecten aan het verhaal van Ten Cate. Zo blijkt het telefoonnummer dat dit voorjaar onder alle persberichten prijkte, nog helemaal niet naar het kantoor van ECA Program te leiden. ‘Nee, dit is niet ECA’, zegt een telefoniste op Schiphol die de telefoon opneemt. ‘Maar dat is een kwestie van tijd. Binnenkort is ECA wel via dit nummer te bereiken.’ Boven die persberichten uit maart, april en mei stond het gestileerde logo van ECA Program BV, maar Ten Cate blijkt die vennootschap pas op 7 juni bij de KvK te hebben ingeschreven. Bovendien registreerde hij de onderneming toen alleen nog als ‘in oprichting’, al had deze volgens het Handelsregister wel meteen 20 tot 49 werknemers.

Wat speurwerk in zijn omgeving leert al snel dat Ten Cate lang niet alleen vrienden heeft. ‘Het is allemaal één grote truc’ , zegt een kennis. ‘Hij doet alsof hij grote investeerders binnen heeft, om bij anderen geld los te krijgen voor zijn project. Maar we hebben gegronde redenen om aan te nemen dat dat geld er echt niet is.’ Zit Ten Cate dan de boel te flessen? Of is er sprake van een ondernemer met keurige intenties die de waarheid rond zijn plannen alvast een beetje mooier inkleurt? Zelf blijft hij bewust vaag over zijn achtergrond. Over zijn studie wil hij alleen kwijt dat hij ‘een engineeringopleiding’ heeft gevolgd. Volgens de KvK is hij geboren in het Amerikaanse Des Plaines, een voorstad van Chicago. Ten Cate zegt nu in Nederland te wonen, maar wel voortdurend de wereld over te vliegen, met instemming van zijn gezin. ‘Daar zijn afspraken over. Maar verder houd ik mijn familie erbuiten.’ Het enige wat over zijn verdere verleden te achterhalen valt, is dat hij rond de millenniumwisseling een paar jaar als consulting scientist actief was voor het Belgische brandpreventiebedrijf Stuvex International, gevestigd net buiten Antwerpen. Een medewerkster van Stuvex laat weten: ‘Die naam is inderdaad bekend en er komt ook nog weleens post voor meneer binnen. Maar hier werkt niemand meer uit die periode, dus wat hij precies deed bij Stuvex, kunnen wij u niet vertellen.’

In november 2003 registreerde hij de onderneming Ten Cate Industries Holdings bij de Kamer van Koophandel in Luxemburg. Op dat moment begon dus officieel zijn avontuur in de wereld van de militaire luchtvaart. Omdat hij vrijwel meteen doorhad dat het jaren ging duren voordat zijn Top Gun-school operationeel zou zijn, bekwaamde hij zich ook in het aanbieden van allerlei andere diensten, legt Ten Cate uit. ‘Zoals onderzoek doen voor militaire partijen of theoretische classrooms geven. En we arrangeren transporten, dat soort dingen.’

HELIKOPTERS

Met die nevenactiviteiten boekte Ten Cate in 2008 zijn grootste succes, in de Verenigde Staten. Op het hoofdkantoor van Capital Aviation Inc. in Ashburn, een kilometer of twintig buiten hoofdstad Washington, schudde hij de hand van de Amerikaan Nick Franzen, die tegenover hem aan tafel zat. Na een paar weken onderhandelen sloten ze een voor beide partijen prachtige deal. Capital Aviation had kort daarvoor een grote opdracht van het Amerikaanse leger binnengehaald, waarbij het met helikopters het vrachtvervoer van en naar het front in Afghanistan zou gaan verzorgen. Het luchtvaartbedrijf zocht alleen nog een leverancier van de helikopters. En daar kwam ECA Program in beeld. Op 7 april 2008 konden de champagneflessen open: Capital Aviation ging de beloofde diensten leveren aan het Amerikaanse leger – en daar vermoedelijk vrij aardig aan verdienen – en ECA Program zou de bijbehorende helikopters regelen. Als aanbetaling bij die miljoenendeal stortte contracts officer Franzen alvast ruim 1,6 miljoen dollar op de rekening van ECA, waarmee dit bedrijf de kosten van de eerstkomende maand kon dekken.

De daaropvolgende weken wachtten de Amerikanen echter vergeefs op de levering van de toestellen. Geërgerd voerden ze de druk op: waar bleven de beloofde helikopters? Ten Cate liet weten dat ze echt wel onderweg waren; hij had er juist vier aangeschaft bij de maatschappij Burundai Avia/Altair uit Kazachstan. Maar bij Capital Aviation vertrouwden ze het zaakje niet meer en ze besloten eens wat nader onderzoek te doen. De Amerikanen ontdekten al snel dat ECA Program veel van zijn papierwerk niet op orde had. En bij het bestuderen van een stapel bankgegevens kwamen ze tot een schokkende ontdekking: ze waren opgelicht. De betaalde 1,6 miljoen dollar bleken namelijk helemaal niet gebruikt om helikopters mee te kopen. Volgens bankgegevens die ECA aan Capital Aviation overhandigde, was het geld (in elk geval deels) door Ten Cate doorgesluisd naar een zekere ‘Maître Verreaux’ in Luxemburg. Met die omschrijving bleek Ten Cate te doelen op de Luxemburgse advocaat Fabien Verreaux, in zijn rol als curator van het failliet verklaarde Ten Cate Industries Holdings (voor alle duidelijkheid: het geld zou naar de bedrijfsrekening zijn overgemaakt, niet naar deze curator persoonlijk).

Oeps, dat had Ten Cate er niet bij verteld tijdens al die gesprekken in de voorstad van Washington. Zijn bedrijf bleek precies een jaar eerder kopje onder te zijn gegaan, waarna hij zes maanden later, in september 2007, doodleuk op hetzelfde adres in Luxemburg-Stad een nieuwe vennootschap had ingeschreven: ECA Program S.A. Maar blijkbaar had hij nog wel een paar rekeningen te vereffenen met het failliete bedrijf. (Volgens curator Verreaux heeft Ten Cate Industries Holdings overigens nooit een dergelijke betaling ontvangen, dus wat er echt met de 1,6 miljoen dollar is gebeurd, is onduidelijk.)

Het arme Capital Aviation bleef met lege handen achter en Nick Franzen moest met hangende pootjes naar het Pentagon om te vertellen dat zijn bedrijf de opdracht helaas niet kon uitvoeren, ook al waren alle contracten getekend. Uiteraard sleepten de woedende Amerikanen kort daarop Ten Cate voor de rechter. Die besliste in oktober 2009 dat ECA de 1,6 miljoen dollar moest terugbetalen, plus een schadevergoeding van bijna een ton.

150 BANEN

Deze affaire blijkt niet bepaald een eenmalig incident te zijn. Ook financieel specialist Alexander Shapiro uit New York maakte kennis met de enthousiaste voorspiegelingen van de Nederlander. In oktober 2008 tekende hij een contract als bedrijfsadviseur bij ECA, tegen een vergoeding van 25 duizend dollar per maand. Maar in maart 2009 klopte hij woedend bij Ten Cate aan: hij was nu al bijna een half jaar voor het bedrijf actief en had nog steeds geen cent van zijn salaris gezien. Als de betaling nog langer uitbleef, zag hij geen andere mogelijkheid dan naar de rechter te stappen, dreigde hij. In een mail van 11 maart 2009 – in het bezit van Quote – schreef Ten Cate daarop aan Shapiro dat hij ‘zeer hard had nagedacht’ hoe hij het probleem kon oplossen. ‘Om te beginnen moet ECA de huidige adviesovereenkomst opzeggen vanaf maart, om een nieuw contract uit te onderhandelen met een lager maandsalaris. Plus een bonus, afhankelijk van het succes van het programma.’ Vervolgens zou ECA alle openstaande kosten – op dat moment ruim 165 duizend dollar – keurig betalen, aldus Ten Cate in de mail. ‘Ik bevestig dat ECA daarvoor juridisch verantwoordelijk is.’

Op datzelfde moment was Ten Cate zeer serieus in gesprek met het Canadese ministerie van Defensie over het gebruik van de basis Goose Bay. De plannen zagen er veelbelovend uit, maar anders dan Ten Cate tijdens het gesprek in Hotel Schiller beweert, besloten de Canadezen begin 2010 toch niet met hem in zee te gaan. ‘We zijn een heel eind gegaan om hen te helpen, zo ver als we konden’ , zei Defensie-woordvoerder Dean Johnson kort na die beslissing in een lokale krant. Volgens hem waren de plannen niet op korte termijn uitvoerbaar. De luchtmacht had zelf geen vraag naar de diensten van ECA en er waren ook niet direct andere landen in beeld om het project mee op te zetten. Maar een ingewijde zegt tegen Quote dat er nog een andere reden was: de Canadezen hadden zo hun twijfels bij Ten Cates bewering dat hij een zakenbank uit New York bereid had gevonden om een miljard dollar in het project te steken.

En in IJsland blijkt het de Nederlandse kruisvaarder niet veel anders te zijn vergaan. Zijn plannen om ECA Program dan maar op te zetten op de afgelegen militaire basis Keflavík werden begin 2010 warm onthaald. Het land lag door de kredietcrisis volledig in puin, dus de politici in het Althing, het IJslandse parlement, luisterden maar wat graag naar Ten Cates enthousiaste ideeën. Voor tweehonderd miljoen IJslandse kronen (ongeveer 1,3 miljoen euro) zou hij de sinds 2006 verlaten basis in gebruik nemen en de regio eromheen jarenlang van minstens 150 banen voorzien. In september 2010 gaf minister van Transport Kristján Möller de luchtvaartautoriteiten toestemming om het papierwerk met ECA Program definitief in orde te maken. Triomfantelijk stond Ten Cate daarop de Financial Times te woord. Hij liet weten ‘er zeer naar uit te kijken om banen te creëren en in IJsland te investeren’. Maar begin 2011 liepen de plannen alsnog spaak. Transportminister Ögmundur Jónasson, die Möller kort daarvoor was opgevolgd, besloot ECA Program de toegang tot Keflavík te weigeren. Naar eigen zeggen omdat hij ‘ zeer sterk geloofde’ dat het een slecht idee was om Ten Cate en consorten binnen te laten. Hij zei er niet precies bij waarom, maar Bert Kraan, een luchtvaartspecialist die in die periode tijdelijk als adviseur bij ECA betrokken was, heeft er wel een verklaring voor. ‘We zijn heel actief met het project bezig geweest. In de vier, vijf maanden dat we eraan werkten, hadden we echt iets opgebouwd. In IJsland waren mensen neergezet, het zag er veelbelovend uit. Maar de zaak stortte als een kaartenhuis in elkaar op het moment dat er betaald moest worden.’

TWEEDE FAILLISSEMENT

Juist. Op het moment dat er betaald moest worden. Daar gaat het bij Ten Cate dus blijkbaar steeds mis. Hij komt ergens binnen, overtuigt zijn gesprekspartners van zijn ambitieuze plannen, maar valt door de mand zodra hij de portemonnee moet trekken. Er wordt gefluisterd dat dit ritueel zich eind vorig jaar in Abu Dhabi opnieuw voltrok. Kort nadat hij daar een villa had gekocht, zou zijn gebleken dat hij de beloofde financiering niet kon waarmaken. Daarop zou hij zelfs korte tijd door de politie zijn aangehouden. Volgens Ten Cate is dat ‘ronduit bullshit’. Wel staat vast dat hij vorig jaar voor de tweede keer failliet ging. Op 11 maart 2011 werd ook zijn tweede bedrijf, ECA Program S.A., bankroet verklaard, zo blijkt uit gegevens van de KvK in Luxemburg. En alsof dat nog niet genoeg was, blijkt hij in de Verenigde Staten voor een tweede keer veroordeeld. De rechter in New York oordeelde in mei vorig jaar dat de boze oud-adviseur Alexander Shapiro inderdaad nog geld tegoed had. Ten Cate moest de openstaande rekening van meer dan 165 duizend dollar alsnog aan de Amerikaan voldoen, maar tot op heden is er nog geen cent betaald. Zoals ook Capital Aviation in Virginia nog altijd wacht op de ruim 1,6 miljoen dollar die het nog van de Nederlander krijgt.

Maar dat vertelt Ten Cate er allemaal niet bij, terwijl hij in Hotel Schiller rustig nog een slok van zijn koffie neemt. De plannen met ECA Program zien er wat hem betreft veelbelovend uit. ‘ Kijk, wij zullen nooit zoveel waard worden als Facebook, maar met onze assets zullen we wel een theoretische waarde hebben van vier of vijf miljard euro. Uiteindelijk. We krijgen nu een beetje bekendheid en mensen beginnen echt te kijken van: o, dat is interessant.’ Als zijn journalistieke gesprekspartner na twee uur praten en drie koppen koffie terugkomt van een kort wc-bezoek, blijkt Ten Cate de ober alvast om de rekening te hebben gevraagd. Die ligt in een blauw mapje op tafel. Even later staat hij op. Hij moet verder, vertelt hij, want ergens in een zaal van het hotel wachten zijn medewerkers op hem. Bij het openslaan van het mapje blijkt dat Ten Cate de rekening niet heeft betaald.

NASCHRIFT Quote legde alle bevindingen in dit artikel nog eens telefonisch voor aan Melville ten Cate en vroeg om zijn commentaar. Ten Cate ontkent dat hij aanbetalingen van Capital Aviation heeft doorgesluisd naar het failliete Ten Cate Industries Holdings. ‘Het is mogelijk dat de rechter dat geoordeeld heeft – ik heb het vonnis nooit gelezen – maar het is niet zo.’ Ten Cate erkent wel dat adviseur Shapiro nog geld van hem krijgt. ‘Die rekening staat inderdaad nog open.’ Over zijn twee faillissementen, waarover hij tijdens de eerdere ontmoeting in Amsterdam zweeg, zegt hij: ‘Iedereen heeft wel een paar lijken in de kast; daar ga je toch niet mee te koop lopen? Het tweede faillissement was trouwens een vergissing. Dat was een communicatiestoornis. We hebben alle rekeningen betaald, maar toen was het bedrijf al failliet verklaard. Dat was een fout.’ Tot slot liet Ten Cate weten dat het fonds Cino Lux wél bestaat. ‘ Maar dat komt oorspronkelijk uit Hongkong. Ik kan bewijzen dat het bestaat.’ Die bewijzen heeft hij echter nooit gepresenteerd.

1 thoughts on “Flop Gun: het spannende verhaal van een luchtfietser

  1. Pingback: In Quote: Britse recherche jaagt op ‘meesteroplichter’ Melville ten Cate | Stefan Vermeulen

Plaats een reactie