Bij hoge uitzondering lieten Charlene en Michel de Carvalho-Heineken zich in april 2012 interviewen tijdens een première in het Amsterdamse theater Tuschinski.
(Eerder gepubliceerd op Quotenet.nl)
Onder het genot van een biertje (raad eens welk merk) was vooral echtgenoot Michel de Carvalho openhartig over zijn rol in het Heineken-imperium: ‘Ze noemen me wel eens Dokter Bemoeial. Helemaal niet ten onrechte.’
Aanleiding voor de ontmoeting was de première van de bedrijfsfilm The Magic of Heineken in het Amsterdamse theater Tuschinski. Aanwezig: een paar honderd Heineken-medewerkers, een reeks genodigden, verschillende leden van de Heineken-familie én de weduwe van Freddy Heineken, Lucille Cummins, die voor het begin van de film een staande ovatie kreeg. Kort daarvoor namen Charlene de Carvalho-Heineken, haar echtgenoot Michel de Carvalho (‘Ik spreek altijd on the record’) en de bedrijfstop kort de tijd voor een informeel biertje met de pers.
Er was ook meer dan genoeg reden voor een feestje: het favoriete biermerk van James Bond bestaat volgend jaar 140 jaar en een jaar later viert het hele bedrijf zijn 150-jarige bestaan. Bovendien waren de jaarcijfers die tijdens de aandeelhoudersvergadering eerder op de dag aan bod kwamen, weer prima. Freddy’s erfenis staat er uitstekend voor, weinig reden om van koers te veranderen dus. Zei ook dochter Charlene: ‘Het voelt als onze taak om goed op het bedrijf te passen. Dat is toch het mooiste dat er is? Ik heb het altijd een grote eer gevonden om het werk van mijn vader op deze manier voort te kunnen zetten. En dat willen we de komende jaren blijven doen.’
Maar wie denkt dat de familie ondertussen op een afstandje toekijkt hoe bestuursvoorzitter Jean François van Boxmeer en financieel directeur René Hooft Graafland het bedrijf in de goede richting sturen en bepalen welke acquisities het bedrijf zal plegen, heeft het mis. Met name Michel de Carvalho is zeer direct bij de bedrijfsvoering betrokken, zo vertelde hij aan Quote: ‘In Nederland noemden ze mij wel eens Dokter Bemoeial. Ik denk elke dag aan het bedrijf, ben er veel mee bezig.’
‘Kijk, we hebben een model ontwikkeld waarbij ik alleen direct contact heb met Jean François (van Boxmeer, red.), dat werkt het beste. Dat contact is dagelijks: we bellen of sturen elkaar berichten – we hebben allebei een Blackberry. Dan vragen we: waar ben jij nu; Vietnam, Singapore? Dan mailen we elkaar de punten waar we over willen spreken en maken we een afspraak om elkaar snel te ontmoeten.’
Dus met die bijnaam Dokter Bemoeial bent u het niet helemaal oneens?
De Carvalho: ‘Helemaal niet, haha. In het Engels zou je het misschien control freak noemen.’
Hebt u veel discussies met de ceo?
‘Er zijn veel discussies.’
Wat gebeurt er als u het niet met elkaar eens bent?
‘Die vraag kunt u ook aan Jean François stellen, die zal dan hetzelfde zeggen: wij zijn nog nooit op het punt gekomen dat we geen gezamenlijk besluit konden nemen. We bespreken zaken altijd net zo lang tot we het met elkaar eens zijn. Dan komt hij bijvoorbeeld naar ons huis in Frankrijk, waar we aan de rand van het zwembad in onze zwembroek praten om tot de beste oplossing voor Heineken te komen.’
Maar als u er nou niet samen uit komt?
‘Dan kun je niet samen verder.’
Dan moet de ceo weg?
‘Daar is nu geen sprake van, want wij zijn zeer tevreden. Maar dat is in het verleden wel gebeurd.’
Met die laatste opmerking doelt De Carvalho op de in 2005 vertrokken ceo Anthony Ruys, die ook tijdens de gisteren vertoonde bedrijfsfilm telkens opzichtig níet genoemd werd. De andere oud-bestuurders Gerard van Schaik en Karel Vuursteen kwamen uitgebreid aan het woord, evenals de familie – maar over Ruys (die bestuursvoorzitter was vanaf 2003) werd met geen woord gerept. Duidelijk: die hoort niet meer bij de familie.